Bestuurders en directeuren zijn ‘Klaar voor De Staart’
12 jul 2021
De Staart is een hoog gelegen gebied van Dordrecht. Een veilige plek om naartoe te vluchten bij een overstroming. Het is een ideale locatie voor grootschalige opvang van Dordtenaren uit andere wijken. Maar daar moet het wel nog op ingericht worden. Het IABR-Atelier Dordrecht onderzocht hoe zo’n inrichting tegelijk kan bijdragen aan de ontwikkeling van De Staart als aantrekkelijk woon- en werkgebied. IABR staat voor ‘Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam’.
Gebiedsontwikkeling leidt 99 van de 100 keer nog altijd tot extra klimaatopgaven. “Dat moet naar 1 van de 100 keer” aldus watergezant Henk Ovink. Hij deed deze uitspraak in zijn slotwoord van het debat ‘Klaar voor De Staart’. Volgens Ovink laten de resultaten van het IABR–Atelier Dordrecht zien dat het kan, en welke maatschappelijke waarden dit oplevert. In het debat op 2 juli bespraken bestuurders en directeuren uit de regio de onderzoeksresultaten met elkaar.
Tentoonstelling The High Ground in de Biesboschhal
Het debat vond plaats in de Biesboschhal te Dordrecht, waar van 3 juli tot en met half september de tentoonstelling The High Ground is gehuisvest. Het debat begon met een introductie door wethouder Piet Sleeking, Deltacommissaris Peter Glas en directeur bestuurder van de IABR (Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam) George Brugmans. Vervolgens gaf architect Adriaan Geuze een toelichting op de resultaten van het Atelier.
Hij liet zien dat De Staart een onverwacht belangrijke rol kan spelen bij het realiseren van de Dordtse waterveiligheidsagenda. Tegelijk ontstaan er kansen voor een duurzame ontwikkeling van een aantrekkelijk woon- en werkgebied. Met nieuwe woonvormen, waterveilige voorzieningen om te schuilen bij hoogwater, vernieuwende werkconcepten en een bijzonder getijdenpark aan de rivier. Alles in harmonie met de natuur en met nieuwe verbindingen voor langzaam verkeer die tevens kunnen dienen als vluchtroutes.
Discussietafels
Het debat was bedoeld om een discussie te starten over het toekomstbeeld voor De Staart en wat ervoor nodig zal zijn om dat te bereiken. Hiervoor gingen de bestuurders en directeuren in twee groepen uiteen. Ellen van Bueren en Chris Zevenbergen, professoren aan de TU-Delft, begeleidden de discussietafels. Zij vroegen de bestuurders naar hun dromen voor het gebied en gingen met hen op zoek naar raakvlakken tussen deze dromen.
Dromen
In de individuele dromen kwamen veel ideeën uit het IABR-Atelier terug. De droom van Jeannette Baljeu, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, was dat De Staart zich ontwikkelt tot een gezond groen woon- en werkgebied. Arjan Driesprong, directeur Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, droomde over de toekomst van het Wantij als getijdenpark. In zijn droom blijven de huidige functies van het Wantij behouden, zoals de kwaliteit van rivierwater. Daarnaast krijgt het riviertje nog meer betekenis voor bewoners en recreanten. Volgens wethouder Marco Stam kan de integrale buurtaanpak helpen om samen met bewoners en bedrijven deze betekenis te verkennen.
Realisatie
Dijkgraaf Jan Bonjer van Waterschap Hollandse Delta riep op om het niet bij dromen alleen te houden. “Hoe komen we van mooie ideeën naar realisatie?” Zijn oproep kon op weerklank rekenen bij andere bestuurders. Zij spraken naar elkaar de intentie uit om met kleine stappen te beginnen. Zoals een fietsroute die tegelijk evacuatieroute is. Door te beginnen met concrete plannen waar draagvlak en financiering voor is, kan er energie komen voor de grotere dromen, zo was het idee.
Betrokkenheid
Deltacommissaris Peter Glas benadrukte het belang van een actieve betrokkenheid van de huidige bewoners van De Staart bij de plannen. Ook riep hij op tot een goede betrokkenheid van de Veiligheidsregio en Defensie. “Hiervoor treed ik vanuit mijn rol als Delta-commissaris graag als verbindingsofficier op”, bood Glas aan. Naast de wens om nu al stappen met de uitvoering te zetten, klonk de vraag om een strakke regie op de lange termijn te houden en hiervoor voldoende geld te reserveren.
Wethouder Piet Sleeking nam de uitkomsten van het debat in ontvangst. “Ik ben trots op deze tentoonstelling. Ik zie het als een geweldig resultaat richting het einde van mijn wethouderschap.” Hij beloofde om zich de komende maanden nog wel in te zetten om de uitkomsten verder te brengen. Als dank voor zijn inzet voor de waterveiligheid van Rijnmond-Drechtsteden ontving hij van de Deltacommissaris het boek “Johan van Veen, meester van de zee, grondlegger van het Deltaplan”.
