Nulmeting flora en fauna in Stadspark Dordrecht

Locatie
Stadspark Dordrecht
Opdrachtgever
Gemeente Dordrecht
Om te weten hoe het is gesteld met de flora en fauna in Stadspark Dordrecht hebben we Ecoresult B.V. gevraagd een nulmeting uit te voeren. Ecoresult onderzocht welke en hoeveel soorten dieren en planten er nu aanwezig zijn. De resultaten gebruiken we om maatregelen te nemen die de natuur in het Stadspark helpen verbeteren. De resultaten gebruiken we om maatregelen te nemen die de natuur in het Stadspark helpen verbeteren.

Natuurmaatregelen

Het Stadspark loopt van het Wantij tot aan de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Het gebied vormt een aaneenschakeling van groengebieden. Deze groengebieden worden doorsneden wordt door verschillende (snel)wegen, spoorlijnen, sportvelden en waterpartijen. Wij willen maatregelen nemen om de samenhang tussen de groengebieden te verbeteren, met als doel de biodiversiteit te stimuleren. In het najaar van 2024 starten we met de uitvoer van maatregelen waarmee het makkelijker wordt voor planten en dieren om zich te verplaatsen. Een voorbeeld van zo’n maatregel is een zogenaamde faunapassage. Dat is een soort natuurlijke oversteekplaats voor dieren.

Nulmeting

Voor de nulmeting heeft Ecoresult een team samengesteld met specialisten op het gebied van vogels, zoogdieren, insecten, aquatische fauna en planten. Het team heeft vastgesteld welke flora en fauna er nu in het gebied voorkomen en in welke aantallen. Ook onderzocht Ecoresult hoe het gebied door deze soorten wordt gebruikt en waar de knelpunten liggen. Verder brachten ze kwetsbare plekken voor vogels en vleermuizen in kaart. En aan de hand van dit onderzoek weten we ook meer over de waterkwaliteit. Het is de bedoeling deze metingen over een aantal jaar te herhalen, zodat we kunnen nagaan of de genomen maatregelen effectief zijn geweest.

Resultaten

Wat opvalt is dat vogels zoals boomklever, appelvink en bosuil zijn toegenomen en struweelvogels zijn afgenomen vergeleken bij voorgaande inventarisaties. Als bijzondere soorten zijn onder meer waargenomen: spotvogel, nachtegaal, wielewaal, matkop, grauwe vliegenvanger en ijsvogel. Verder toonde het onderzoek een toename van water- en moerasvogels, zoals cetti’s zanger, rietgors en krakeend. Deze soorten profiteren duidelijk van de eerder genomen maatregelen.

Op een groot deel van de camerabeelden van de faunapassage staat een huiskat of bruine rat. Maar ook soorten als vos, egel, spitsmuis, muis en wezel lieten zich hier zien. Zeker de passage van de wezel is een hoogtepunt van het onderzoek.

Wat sterk naar voren komt uit het onderzoek naar vleermuizen, is dat hoge bosschages en boomgroepen langs infrastructuur belangrijke oriëntatiepunten vormen voor deze dieren in het stedelijke gebied. De autoweg N3 vormt echter wel een grote barrière voor met name gewone dwergvleermuizen. Een bijzondere observatie was, dat watervleermuizen deze barrière overbruggen door gebruik te maken van de waterbak die onder de N3 is aangelegd. Ruige dwergvleermuis en de laatvlieger zijn overige soorten die tijdens de nulmeting zijn vastgesteld.

Tijdens de tellingen zijn geen verrassende insecten- of plantensoorten waargenomen. Het betreft dan voornamelijk algemene soorten van ruigten, bermen en parken in stedelijk gebied. De samenstelling van de vegetatie bestaat vooral uit algemene plantensoorten die kenmerkend zijn voor voedselrijke gebieden.

Voor stadswateren is de aangetroffen soortendiversiteit hoog te noemen, hoewel bijna alle aangetroffen soorten algemeen in Nederland voorkomen. De aangetroffen visstand past bij het waterrijke gebied. Opvallend is het geringe aandeel van exoten, die juist in veel oppervlaktewateren in Nederland domineren en dikwijls een indicatie zijn voor een slechte waterkwaliteit.

privacy